Oude auto’s
Als iemand net na de tweede wereldoorlog een auto wilde aanschaffen, moest hij bij de Rijksverkeersinspectie aantonen dat hij die auto daadwerkelijk nodig had voor zijn werk. Mensen die echt een auto nodig hadden waren bijvoorbeeld doktoren, ondernemers en vertegenwoordigers. Zij mochten een auto kopen. Je moest dan nog wel eerst een Aankoopvergunning hebben. Tot ongeveer 1948 moest op de aankoopvergunning zelfs worden vermeld welk type auto ze mochten kopen. We kunnen dan niet echt spreken over een vrije marktwerking.